Gepelde aarde bestaat al een tijdje, maar er zit nog steeds beweging in: in december 2020 verscheen er een mooie recensie in Fantastische Vertellingen, en op dit moment doe ik onderzoek naar het laten vertalen en publiceren van de verhalen in het Engels. Daarnaast heb ik, nu de basisscholen alweer enkele weken open zijn, ook het schrijven zelf weer opgepakt.

Tot mijn verbazing kwam ik er begin 2021 achter dat er een recensie over Gepelde aarde was verschenen in het toonaangevende Fantastische Vertellingen (nr. 56). Ik had even niet opgelet en het in eerste instantie gemist. De recensent, schrijver Johan Klein Haneveld, had de recensie gelukkig ook openbaar op Hebban geplaatst, waardoor ik het alvast kon lezen. Ik kocht natuurlijk ook direct de betreffende Fantastische Vertellingen en ijdel als ik ben herlas ik het nog eens op stralend wit papier.

Er zijn al eerdere en eveneens (grotendeels) positieve recensies verschenen, maar ik ben vooral zo blij met deze recensie, omdat het is geschreven vanuit mijn meer specifieke doelgroep: lezers met kennis, en in dit geval ook kunde, van een bepaalde tak binnen de ‘speculative fiction’, die van kosmische horror, magisch realisme en weird fiction. Het beetje kritiek dat erin staat, kan ik goed plaatsen: de meeste lezers vinden sommige verhalen te absurd, al bestaat er een kleinere groep liefhebbers. En dan toch een klein puntje: voor de extra oplettende lezer is het zogenaamde ‘anachronisme’ dat Haneveld vond in De indaling geen anachronisme. (Aan de andere kant: wie ben ik om mijn eigen verhaal te gaan uitleggen? Dat doet uiteindelijk de lezer.)

Naast schrijver ben ik ook actief in forums over weird fiction. Ik ontmoet daar ook andere lezers en schrijvers en mail af en toe heen en weer met vragen en opmerkingen, afijn, u weet vast hoe dat gaat als u zelf ook een hobby heeft. In dit geval gaat dat gewoonlijk in het Engels. Ik heb inmiddels vaker de vraag gekregen of mijn verhalen ook in het Engels zijn gepubliceerd, en steeds moet ik dan weer antwoorden: nee, helaas niet (of beter gezegd: unfortunately not). Ik ben niet goed (genoeg) in Engels om mijn verhalen echt goed te vertalen. Dat bleek maar weer nadat ik wat had geprutseld met Deepl en mijn eigen kennis van het Engels (ik had het geprobeerd na wat aanmoedigingen van andere mensen).

Het is verbazingwekkend hoeveel Engelstalige e-zines er zijn op het gebied van speculatieve en experimentele fictie – binnen een dagdeel vond ik er al ruim vijftien (en allemaal met een selectieprocedure, dus geen ‘dumpplekken’ van verhalen). Ik heb mezelf overtuigd: ik ga op zoek naar manieren om mijn verhalen te laten vertalen, zodat meer mensen kunnen genieten van (of geschokt raken door, of gaan nadenken door) mijn werk. En, als iemand tips heeft over het laten vertalen of vertalers: meer dan graag!

Ten slotte het schrijven zelf. Door het tijdelijke thuisleraarschap heb ik lang niet meer de rust kunnen vinden om weer te gaan schrijven. Toen die rust er wel weer was, lagen er nog wat andere klusjes die ik eerst moest afronden, maar inmiddels heb ik weer de tijd en rust. Het nieuwe verhaal De vluchteling is op weg naar een mogelijke publicatieplek, en ik ga deze week de draad van mijn roman-in-wording weer oppakken.

Foto: www.hebban.nl